Puntig kaalkopje plukken

Paddo's zoeken in het wild is zowel gaaf als gewaagd. Maar wel degelijk mogelijk als je weet waar je op moet letten. In dit artikel duiken we in de complexe wereld van paddenstoelen herkennen, ofwel determineren. En dan wel van hele specifieke paddo's die je in West-Europa kunt vinden: het puntig kaalkopje. Dat is een eetbare paddenstoel met psilocybine, die behoorlijk sterk is. Waar kun je ze vinden en hoe kun je deze paddenstoelen herkennen en bereiden om een weergaloze trip te beleven zonder een stuiver uit te geven? Dat doen we overigens niet zonder je te vertellen dat deze bezigheid levensgevaarlijk kan zijn als je niet weet waar je het over hebt.

Psilocybe semilanceata wildplukken

Waarschuwing: Wildplukken kan Gevaarlijk zijn

Dutch Headshop neemt geen verantwoordelijkheid voor het verkeerd identificeren van paddenstoelen en de eventuele gevolgen daarvan. Ieder jaar weer halen enthousiaste wildplukkers het nieuws. Vaak wanneer de dodelijk giftige groene knolamaniet wordt aangezien voor een smakelijke paddenstoel die er sterk op lijkt. Oeps. Hoewel niet iedere ‘giftige’ paddenstoel gelijk met een grafsteen hoeft te eindigen als je hem eet, zijn er veel vervelende effecten die veel paddenstoelen teweeg kunnen brengen. Van duizeligheid, misselijkheid, maagkrampen en braken tot hartritmestoornissen en zelfs schade aan de lever. Word alsjeblieft geen statistiekje. Zorg dat je weet wat je doet als je paddenstoelen gaat plukken. Aan het einde van dit artikel zetten we onze aanbevelingen neer voor paddenstoelen zoeken.

Psychedelische Paddenstoelen Zoeken in West-Europa

In West-Europa komen behoorlijk wat psychedelische paddenstoelen voor. We stellen je voor aan een drietal paddenstoelen die je zomaar in de natuur kunt vinden en eigenlijk ook in de smartshop thuis horen.

Vliegenzwam (Amanita muscaria)

Vliegenzwam

De meest bekende en herkenbare is misschien wel de vliegenzwam. Met een knalrode tot vaal-oranje kleur en witte spikkels heeft de Amanita muscaria menig kinderhart veroverd door haar prominente aanwezigheid in sprookjes en tekenfilms. De vliegenzwam wordt werkelijk overal afgebeeld zodra de dagen korter worden en guur weer op loer ligt in de herfst. Het is de paddenstoel waar je waarschijnlijk aan denkt als je het woord paddenstoel hoort. Interessante materie om in te duiken is dat de vliegenzwam wel eens de reden kan zijn dat de kerstman wordt afgebeeld in rood en wit, maar dat valt buiten de grenzen van dit artikel.

Giftig, maar niet dodelijk?

De vliegenzwam is misschien niet zo dodelijk als voorheen werd aangenomen. Dat misverstand is in 1897 ontstaan doordat een Italiaanse diplomaat in Amerika overleed aan het misidentificeren van de vliegenzwam. Hoewel hij enkele gezondheidsklachten had, is bekend dat de diplomaat samen met een vriend borden vol gemengde paddenstoelen at op een avond die ze op de markt hadden gekocht. Zijn vriend ontsnapte de dood, maar de arme diplomaat had niet zoveel geluk. Het zou kunnen dat naast de vliegenzwam ook zeer giftige paddenstoelen werden gegeten, zoals de panteramaniet of groene knolamaniet. Die jongens bevatten zogeheten amatoxines die je lever aantasten. De vliegenzwam bevat deze stoffen niet. Dat wil echter niet zeggen dat de vliegenzwam niet giftig is. Bij de juiste bereiding verliest de vliegenzwam zijn giftigheid. Zo worden ze in Japan als delicatesse gegeten.

De vliegenzwam is niet vergelijkbaar met de welbekende magic mushrooms. De meest bekende paddenstoel op aarde bevat geen psilocybine of vergelijkbare stoffen. In plaats daarvan kom je muscimol en iboteenzuur tegen in de rode paddenstoel met witte stippen. Samen geven die stoffen een onaangename en verwarrende roes vol pijn in je buik. Je ziet geen mooie kleuren zoals bij paddo’s, maar je raakt enkele uren de kluts kwijt waardoor je evengoed kunt gaan hallucineren. Je krijgt veel energie en tegelijkertijd wordt je helemaal leeggezogen van je energie. Hoe dat kan? Omdat muscimol je rustig maakt (GABA-agonist) en iboteenzuur je opwekt (glutamaat-agonist). Meer weten over de effecten van de vliegenzwam? Bekijk het mooi gemaakte filmpje hieronder eens:

Habitat

De vliegenzwam komt algemeen voor in bosranden. Ze delen vaak grond met bruin-geworden varens en berken, eiken, tamme kastanjes en beuken, maar ook met dennen en sparren.

Seizoen

Van laat in augustus tot en met december.

Herkennen

  • Hoed: 5-20 centimeter breed.
  • Steel: 5-20 centimeter lang, 1-2 centimeter breed.
  • Kleuren: rode, oranje of blanke (zelden) hoed met witte stippen. Witte steel, sporen. vlees (waar de hoed van is gemaakt, zonder de rode huid) en ook witte plaatjes (of lamellen aan de onderkant van de hoed).
  • Geur: mild aards, geen.
  • Samenstelling psychoactieve stoffen (verse vliegenzwam):
    • Psilocybine: 0%
    • Muscimol: ongeveer 0,046%
    • Iboteenzuur: ongeveer 0,0008%
  • Samenstelling psychoactieve stoffen (3 dagen drogen in de zon):
    • Muscimol: ongeveer 0,022%
    • Iboteenzuur: ongeveer 0,0096%
  • Geavanceerd: 
    • Plaatjes (lamellen) op vrij hymenium
    • Hoed is plat of convex
    • Steel heeft ring en volva
    • Witte sporenprint

Puntig kaalkopje (psilocybe semilanceata)

Puntig kaalkopje in het gras

Het puntig kaalkopje kent verschillende namen. Internationaal staan ze bekend als liberty caps. Deze kleine bruine paddo’s zijn zowel een van de meest wijdverspreide paddo’s met psilocybine als een van de meest potente. In Noordwest-Europa kent de paddenstoel een lange geschiedenis van traditioneel gebruik. Waarschijnlijk gebruikten de vikingen deze paddenstoel om in contact te komen met Odin en andere goden. 

Hoewel we weten dat de vikingen paddo’s namen, weten we niet exact welke. Ze waren in veel dingen erg goed, maar het opschrijven van hun dagelijkse activiteiten was niet hun sterkste kant. Redelijkerwijs kunnen we ervan uitgaan dat het om het puntig kaalkopje ging omdat deze soort algemeen voorkomt. Ook in Denemarken en de Noorse fjorden. Zelfs in IJsland kun je ze vinden. Met de teloorgang van de viking samenleving in de late middeleeuwen, stopte ook de overlevering. Maar toen wist men nog niet waardoor paddo’s die visioenen opwekte. De meest recente, betrouwbare bron van bedwelming door deze specifieke paddo stamt uit 1799. In de jaren 1960 werd bevestigd dat het puntig kaalkopje inderdaad psilocybine bevat.

Het puntig kaalkopje is de hoofdsoort van het geslacht psilocybe.

Habitat

Puntige kaalkopjes kun je overal op het noordelijk halfrond vinden, vooral in Europa. Ze groeien op gras door zich te voeden met rottende graswortels, vooral in natte gebieden en op zandgrond. In tegenstelling tot de bekende en makkelijk te kweken psilocybe cubensis, groeien ze niet op koeienmest.

Seizoen

Van augustus tot oktober, bij uitzondering ook tot januari.

Puntig kaalkopje herkennen

  • Hoed: 0,5-2,5 centimeter breed. Spits kegel-, klok- of mutsvormig met een ‘tepel’ bovenop, naar binnen krommend.
  • Steel: tot 15 centimeter lang, 1-3,5 mm breed.
  • Kleuren: lichtgeel tot lichtbruine hoed, steel lichtgeel tot donkerbruin. Vaak dezelfde kleur als de hoed. De lamellen zijn eerst lichtbruin, maar als de sporen rijpen paars bruin.
  • Geur: mild aards, geen.
  • Samenstelling psychoactieve stoffen:
    • Psilocybine: 0,2 tot 2,37%. Gemiddeld 0,98%.
    • Psilocine: 0,01 tot 0,02%
    • Baeocystine: 0,36%
  • Geavanceerd: 
    • Plaatjes (lamellen) aangegroeid aan het hymenium
    • Hoed is conisch of umbonaat (met een bultje bovenop)
    • Kale steel
    • Paars-bruine sporenprint

Blauwwordend kaalkopje (psilocybe cyanescens)

Dat psilocybe paddo’s blauw worden door kneuzing van steel en/of hoed werd door mycoloog (schimmel expert) Paul Stamets ontdekt. Het duidt bij het geslacht psilocybe namelijk op de aanwezigheid van psilocybine omdat enkele chemische reacties in paddo’s ze blauw maakt. Tegelijkertijd is het dan geen psilocybine meer. Om die reden is een blauwe kleur geen indicatie van hoe sterk een paddo is. Cyanescens betekent zoiets als blauw, mede omdat het blauwwordend kaalkopje zo sterk verkleurt bij kneuzing kregen deze paddo’s deze naam. Niet te verwarren met Panaeolus cyanescens, die je zelf kunt kweken met een kweekset.

Ze bevatten ongeveer net zoveel psilocybine als het puntig kaalkopje, maar meer psilocine dat zonder omzetting in ons lichaam al hallucinogeen is. Daarom lijken deze paddo’s in eerste instantie sterker aan te komen.

Habitat

Blauwwordende kaalkopjes kun je in parken en plantsoenen tegenkomen. Ze houden net als de nauw verwante psilocybe azurescens van houtsnippers. Ze kunnen daardoor ook voorkomen op aangelegde houtsnipperpaden in bossen waar het vochtig genoeg is. Mogelijk komen ze van origine uit Amerika en zijn ze aangeplant in Europa, maar dat is niet vastgesteld. Ze doen het in ieder geval goed in Europa en zijn steeds vaker te vinden.

Seizoen

Van september tot december.

Blauwwordend kaalkopje herkennen

  • Hoed: 2-6 cm breed. Snel uitspreidend en volwassen exemplaren krijgen een golvende rand. Kleverig.
  • Steel: tot 10 centimeter lang, 0,25 tot 0,8 cm breed.
  • Kleuren: witte en vezelige steel, vaak aan de basis al blauw. Roodbruin tot okergeel.
  • Geur: bakkersbloem, verse groene bonen
  • Samenstelling psychoactieve stoffen:
    • Psilocybine: 0,3 tot 1,68%. Gemiddeld 0,85%.
    • Psilocine: 0,28% tot 0,51%. Gemiddeld 0,36%
    • Baeocystine: 0,02 tot 0,03%
  • Geavanceerd: 
    • Plaatjes (lamellen) aangegroeid aan het hymenium
    • Hoed is umbonaat (met een bultje bovenop)
    • Kale steel
    • Paars-bruine tot zwarte sporenprint

Psilocybe Geslacht Paddenstoelen

Het geslacht psilocybe kent 650 variëteiten volgens Index Fungorum; een grote database over het rijk der schimmels. Daarvan onderscheiden we ongeveer 360 soorten. De meeste soorten die beginnen met psilocybe bevatten daadwerkelijk de psychedelische stoffen psilocybine, psilocine en/of baeocystine, maar niet allemaal.

Taxonomie

Taxonomie betekent hoe biologische soorten zijn ingedeeld volgens eigenschappen die ze doorgeven via evolutie door natuurlijke selectie. Een hele mond vol om te zeggen dat soorten met een vergelijkbare naam ook daadwerkelijk aan elkaar verwant zijn. Sinds 2010 is van het geslacht psilocybe de naamgeving en indeling beter afgesproken. Toen werd door een internationaal comité besloten dat alleen blauw verkleurende paddenstoelen nog de naam psilocybe mochten krijgen. De rest werd anders ingedeeld.

Dat is belangrijk om aan te geven, want als je een boekje hebt dat geschreven is vóór 2010, kunnen de Latijnse namen van de paddo’s dus anders zijn.

Determineren

Als je paddo’s gaat zoeken dan is het belangrijk om te weten met welke soort je te maken hebt. Dat begint met het zoeken in het juiste seizoen. De besproken paddenstoelen hierboven komen niet of nauwelijks voor in het voorjaar. Toch zijn er genoeg paddenstoelen die zich in het voorjaar tonen en sommige daarvan zijn ook klein en bruin, net als de meeste paddo’s. Daarom kun je je flink vergissen als je in de lente denkt een paddenstoel te vinden die eigenlijk alleen in de herfst groeit. Hetzelfde geldt voor het leefgebied. Een puntig kaalkopje groeit niet op dood hout.

Paddenstoelen boekje

Een boekje om mee te nemen in het veld is handig. Het liefst zelfs twee. Hoe meer info en foto’s hoe beter [1].

Sommige kenmerken zijn vrij eenvoudig, zoals de kleur of vorm van de hoed. Maar om echt goed te beoordelen moet je een stapje verder gaan. Of eigenlijk een stapje lager. Kijk naar de steel. Heeft de steel een “rokje”? Of een “sok” vlak boven de grond? Heeft de onderkant van de hoed allemaal kleine gaatjes, bestaat deze uit lamellen (plaatjes) of hangen er stekels aan? Vergelijk de grootte en de geur ook met wat er in je paddenstoelen boekje staat. En zeer belangrijk als laatste stap: eet nooit wilde paddenstoelen zonder er eerst een sporenprint van te maken.

Sporenprint maken

Een sporenprint is de vingerafdruk van een paddenstoel. Het is een belangrijk kenmerk die iets onzichtbaars verklikt over de identiteit van je wilde paddo’s. Zo ga je te werk. Kies een vers hoedje die al goed open staat. Die zijn rijp om sporen te verspreiden. Snijd de steel kort onder de hoed af zodat de hoed plat kan liggen op een vel papier. Leg de hoed 12-24 uur op een vel wit papier. Als je daarna de hoed voorzichtig verwijdert, zijn er zoveel sporen uit de hoed gevallen dat je een stoffige vingerafdruk ziet waar de hoed heeft gelegen. Vergelijk die sporenprint zo goed mogelijk met wat je online kunt vinden of wat er in je boekje staat beschreven. En wil je het echt goed aanpakken, dan bekijk je de sporen ook onder een microscoop. Dan kun je de afmeting en vorm vergelijken.

Sporenprint van een Psilocybe cubensis.

Paddenstoelen Herkennen: Stappenplan

Eerder heb je gelezen dat paddenstoelen herkennen van levensbelang kan zijn. Je moet gewoon 100% zeker zijn van de exacte soort. In vogelvlucht zetten we hieronder de stappen die je moet doorlopen om je meer zekerheid te geven.

  1. Mycoloog - Ga het liefst op pad met een erkende mycoloog (professioneel schimmelexpert). Zo’n gespecialiseerde veldbioloog kan je veel meer leren dan je hier of waar dan ook leest.
  2. Boekjes - Neem een goed aangeschreven boekje mee als je gaat wildplukken (het liefste twee verschillende). Die staan boordevol foto’s en duidelijke beschrijvingen.
  3. Seizoen - In welk seizoen ben je aan het zoeken? Komt dat overeen met de beschrijving van de paddo’s die je zoekt? Een puntig kaalkopje komt bijvoorbeeld niet of nauwelijks voor in de lente.
  4. Habitat - Als je zoekt in een bos naar het puntig kaalkopje, zit je in de verkeerde omgeving. Zorg dat je weet waar de paddenstoelen voorkomen.
  5. Verwanten - Leer over de paddenstoelen die lijken op de paddenstoel die je zoekt. Stel dat je toch de verkeerde plukt; is dat smakelijk, onschadelijk of levensgevaarlijk?
  6. Determineren - Met de tips in dit artikel kun je leren hoe je moet determineren; of paddenstoelen herkennen en correct identificeren. Vergelijk steel, hoed, geur; enzovoorts om verwanten uit te sluiten zodat je steeds zekerder weet dat het om de paddenstoel gaat die je zoekt.
  7. Sporenprint - Vergelijk de sporenprint van jouw geplukte paddenstoel met iets waarvan je zeker weet dat het juist is.
  8. Community - Maak gebruik van websites als waarneming.nl of internationaal op shroomery.org, waar niet alleen jij maar ook andere paddenstoelen aficionado's kunnen aangeven wat je gevonden hebt. Als meerderen zeggen dat het toch een andere paddenstoel is, moet je jouw conclusie bijstellen: waarschijnlijk toch geen puntig kaalkopje!

Paddenstoel Plukken Gevaarlijk? Dodelijke Soorten

Als je paddenstoelen gaat plukken, kun je soms stuiten op soorten die qua uiterlijk erg lijken op paddo’s waar je heerlijk van gaat trippen. Sommige van die soorten kunnen je in korte tijd zo ernstig ziek maken dat je het loodje legt. Eerder hadden we het al over de groene knolamaniet en panteramaniet, maar die lijken niet op de bruine psilocybe paddo’s:

Groene knolamaniet

Groene knolamaniet (Amanita phalloides); een van de meest giftige paddenstoelen op aarde.

Panteramaniet

De dodelijk giftige panteramaniet (Amanita pantherina).

De onderstaande units lijken wel op paddo's met psilocybine. Ze bevatten dezelfde giftige amatoxines als de groene knolamaniet en panteramaniet hierboven, waardoor onder andere je lever vervet, verteert en afsterft (necrose).

Pholiotina filaris, ook bekend als Pholiotina rugosa of Conocybe filaris. Dodelijk giftig.

Galerina autumnalis ofwel Galerina marginata. Dodelijk giftig.

Beide paddenstoelen produceren roestbruine sporen. Als deze dus niet paars-bruin tot zwart zijn, heb je niet te maken met leuke paddo’s, maar met levensgevaarlijke paddenstoelen.

Andere Paddo’s Wildplukken

We hebben slechts 3 paddenstoelen behandeld. Maar er staan honderden psychedelische paddenstoelen bekend. Deze tabel uit Paul Stamets’ boek “Psilocybin Mushrooms of the World” [3] laat een aardige indicatie zien van de relatieve sterkte van veelvoorkomende paddo’s met psilocybine, psilocine en baeocystine als werkzame stoffen:

Species Psilocybin% Psilocin% Baeocystin% Reference%
P. azurescens 1.78 .38 .35 Stamets & Gartz 1995
P. bohemica 1.34 .11 .02 Gartz & Muller 1989, Gartz 1994
P. semilanceata .98 .02 .36 Gartz 1994
P. baeocystis .85 .59 .10 Repke et al 1997, Beug & Bigwood 1982 (b)
P. cyanescens .85 .36 .03 Stijve & Kuyper 1985,Repke et al 1977
P. tampanensis .68 .32 n.a. Gartz 1994
P. cubensis .63 .60 .025 Gartz 1994, Stijve & de Meijer 1993
P. weilii .61 .27 .05  
P. hoogshagenii .60 .10 n.a. Heim & Hofmann 1958
P. stuntzii .36 .12 .02 Beug & Bigwood 1982 (b), Repke et al 1977
P. cyanofibrillosa .21 .04 n.a. Stamets et al 1980
P. liniformans .16 n.d. .005 Stijve & Kuyper 1985

*n.d.: minder dan de minimale waarde om te meten.

*n.a.: niet gemeten.

Voor bovenstaande tabel moet je weten dat er gemiddelden zijn gebruikt en dat de ene batch paddo’s veel sterker kan zijn dan de andere. Soms tot wel 10 keer sterker! Om te zeggen dat de ene soort sterker is dan de andere, is dus kort door de bocht. Ook is er van baeocystine destijds (1996) nog niet vastgesteld dat het inderdaad ook sterk psychedelisch is. Inmiddels is dit wel vastgesteld. Net als andere stoffen waar je nog nooit van gehoord hebt maar wel in paddo’s kunnen zitten zoals norpsilocine, 4-AcO-NMT, psilacetine, aeruginascine en 4-AcO-TMT. De werking is net even anders [4].

Terug naar het zoeken van paddo’s. Dezelfde Paul Stamets schrijft in zijn boek ook een mooie afsluitende vuistregel voor dit artikel, waarvan hij zelf zegt dat je het met een korrel zout moet nemen:

Als een paddenstoel met lamellen paars-bruine tot zwarte sporen heeft én hij verkleurt blauw als je hem kneust, dan heb je zeer waarschijnlijk een paddo te pakken die psilocybine produceert.

Stamets kent geen uitzonderingen op deze regel, maar dat wil niet zeggen dat deze er niet zijn. Bovendien weet je ook niet wat deze paddenstoel naast psilocybine nog meer produceert. Zorg dat je weet wat je doet!

Bronnen:

  • [1] “Compactgids Paddenstoelen”. Kosmos Uitgevers. ISBN: 9789021578996. Druk 1. 2021.
  • [2] Gerhardt, E. “De grote paddenstoelengids voor onderweg” Kosmos Uitgevers. ISBN: 9789043925662. Druk 17. 2022.
  • [3] Stamets, P. “Psilocybin Mushrooms of the World” Ten Speed Press, Berkeley. ISBN: 978089815839-7. Druk 1. 1996.
  • [4] Glatfelter, G.C. et al. “Structure–Activity Relationships for Psilocybin, Baeocystin, Aeruginascin, and Related Analogues to Produce Pharmacological Effects in Mice” American Chemical Society. 2 nov. 2022. DOI: 2c00177
  • Index Fungorum
  • Shroomery.org
  • paddenstoelenwerkgroepdrent.com
  • Interactieve Paddenstoelengids Naturalis